BELEIDSVERKLARING 2001-2006

 

Een sterk lokaal bestuur steunt op vakbekwame en gedreven mandatarissen die in dialoog met de bevolking, ondersteund door een kwalitatief ambtelijk apparaat, een toekomstgericht duurzaam beleid uitbouwen waarbij alle inwoners van de gemeente er wel bij varen.

Wij zullen er op toezien dat de communicatie tussen burger en administratie klantvriendelijk georganiseerd wordt. Een eigen website en een virtueel loket zullen het o.a. mogelijk maken thuis alle informatie rustig te raadplegen, documenten op te vragen, suggesties te formuleren en vragen te stellen aan het gemeentebestuur.

Het budgettair onderbouwen van de beleidsbeslissingen en afwegen tegenover de financiële draagkracht van de gemeente is een essentiële opdracht voor een gemeentelijk mandataris.

Mede door het beheersen van de uitgaven, de gunstige conjunctuur en de lage rente op de uitstaande schuld is een behoorlijke financiële reserve opgebouwd; de omvang ervan zal bepaald worden bij het afsluiten van de begrotingsrekening 2000.

Deze reserve zal hard nodig zijn om het hoofd te kunnen bieden aan de gevolgen van beslissingen die de federale regering in het vooruitzicht stelt: de fiscale hervorming, het indexeren van de belastingsschalen, het vrijmaken van de energiemarkt en de kosten van de politiehervorming.

Anderzijds zijn wij ons er terdege van bewust dat investeren in mensen en middelen aangewezen is om de uitdagingen in de komende jaren te kunnen opvangen.

Onze ervaring heeft aangetoond dat vakbekwame en gemotiveerde medewerkers onmisbaar zijn voor een goede dienstverlening. Wij wensen dan ook gespecialiseerde medewerkers aan te trekken die het geplande beleid uitvoeren en de burger deskundig kunnen bijstaan. Enkel diegenen die slagen in de bekwaamheidsproef zullen in dienst genomen worden.

Alle medewerkers zullen zich moeten aanpassen aan de vereisten van een modern en klantgericht bestuur. Zonodig zal de aanspreekbaarheid en de bereikbaarheid aangepast worden aan de vereisten van een snel evoluerende maatschappij; de burger-klant zal hieromtrent worden geraadpleegd.

 

Duurzame investeringen zullen moeten gerealiseerd worden binnen de financiële draagkracht van de gemeente. De leningslast mag de gewone werking van de gemeente niet belemmeren.

Wij mogen in dit verband evenwel niet uit het oog verliezen dat over een periode van 9 jaar de bevolking met 3,76 % toegenomen is; de actieven vertegenwoordigen 55,61 %, de niet actieven 44,39 %. Bij deze is geen rekening gehouden met diegenen die verder studeren na hun 20ste verjaardag en met diegenen die voor hun 60ste verjaardag het arbeidsproces verlaten.

Over diezelfde periode is het aantal actieven met amper 0,91 % gestegen; het aantal inactieven nam toe met 7,56 %. De aangroei van de bevolking onder de 20 jaar is met 1,52 % verminderd; deze boven de 60 jaar is gestegen met 3,09 %.

De gemeentelijke premies bij geboorte en de buitenschoolse kinderopvangsystemen zijn duidelijk onvoldoende om de aangroei van de bevolking op peil te houden. Over het vervroegd verlaten van het arbeidsproces heeft de gemeentelijke overheid geen beslissingsmacht, maar ondergaat de gevolgen ervan.

Zolang de economische groei aanhoudt, groeit de loonmassa en de opbrengst van de aanvullende personenbelasting; bij de minste recessie zal de loonmassa krimpen en dus ook de opbrengst van de aanvullende personenbelasting.

Bovendien zal de omvang van de loonmassa door een steeds kleiner aantal actieven bijkomend drukken op de opbrengst van de aanvullende personenbelasting, terwijl meer middelen zullen moeten vrijgemaakt worden om de veroudering op te vangen.

In deze omstandigheden is het aangewezen de jonge beroepsbevolking blijvend aan te trekken naar onze gemeente en omkaderende maatregelen te treffen om niet vervuilende bedrijven aan te zetten in onze gemeente te investeren.

De beroepsbevolking kan eveneens aangetrokken worden door :

Tot het ontsluiten van de reservewoongebieden kan evenwel niet overgegaan worden omdat er nog ongeveer 400 bouwkavels ter beschikking zijn.

 

Voor de culturele- en sport- en jeugdverenigingen blijft het aangewezen ondersteunende maatregelen te nemen die hun moeten toelaten op een behoorlijke wijze de vrije tijd in te vullen, zonder dat het gemeentebestuur zich in de plaats stelt van deze verenigingen. De betoelaging zal voor de komende jaren minstens op hetzelfde niveau gehandhaafd blijven; onderhouds- en vernieuwingsinvesteringen zullen onderzocht worden binnen het kader van de financiële mogelijkheden.

Er zal eveneens verder aandacht worden besteed aan de verzusteringen met Arconate en Abcoude; het 10-jarig bestaan van Prins zal in 2002 met de nodige luister worden gevierd.

Het bestaande initiatief van het O C M W in verband met de senioren zal worden uitgewerkt en de mogelijkheid van de aanstelling van een ouderenconsulent zal onderzocht worden.

 

Voor het ophalen en het verwerken van het afval zal het principe " De Vervuiler Betaalt" worden toegepast. Teneinde mogelijke proceduriële problemen met de huidige locatie van het containerpark op te vangen, zal in het kader van het Structuurplan Lennik een alternatieve inplanting onderzocht worden. In afwachting ervan zal de dienstverlening van het mobiel containerpark uitgebreid worden.

Voor het brandweerkorps zal een beroepskader ingevuld worden dat op korte termijn voor een rond de klok performante dienstverlening zal instaan. De huidige inplanting van de kazerne maakt evenwel iedere uitbreiding problematisch, zoniet onmogelijk, en het tijdig bereiken van brand en/of ongeval door de toenemende verkeersstroom wordt steeds moeilijker. Daarom is het aangewezen op middenlange termijn, binnen de mogelijkheden van het Structuurplan Lennik, in een nieuwe locatie te investeren.

De inrichting van een slaaplokaal voor de permanente ziekenwagendienst zal toelaten de norm van 1 minuut uitruktijd te halen of tenminste zeer sterk te benaderen.

In toepassing van de wet van 7 december 1998 houdende organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus zal de bevoegdheid van de gemeente aan de InterPolitieZone worden overgedragen; deze zone is samengesteld uit de gemeenten Bever, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik en Pepingen. De deelnemende gemeenten zullen enkel nog voor de financiering instaan.

 

Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn heeft een zeer ruime dienstverlening opgebouwd; wij wensen verder in deze dienstverlening te investeren.

Onze bijzondere aandacht zal blijven gaan naar de kansarmen van onze gemeente; de ervaring leert ons dat ondanks alle sociale regelgevingen er nog steeds inwoners zijn die niet kunnen voorzien in hun primaire levensbehoeften.

De kerntaak van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is verplaatst van de directe financiële bijstand naar een gerichte hulpverlening door onder meer schuldbemiddeling en budgetbegeleiding.

Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn zorgt eveneens voor collectieve voorzieningen. Wij zullen daarom niet alleen aandachtig blijven voor de opvang van kinderen maar zullen eveneens verder investeren in de bouw van betaalbare flats voor valide bejaarden en een ontmoetingsruimte voor de senioren.

Sociale huurwoningen zullen verder door het Sociaal Verhuurkantoor aan betaalbare huur ter beschikking gesteld worden aan diegenen die aan marktvoorwaarden geen behoorlijke woning kunnen huren.

Voor de ouders, die geen gebruik wensen te maken van deze collectieve voorziening en hun kinderen zelf thuis wensen op te voeden, zal binnen te bepalen sociale en financiële criteria een toelage verstrekt worden.

Mede door het invoeren van de mantelzorgvergoeding kunnen zorgenbehoevenden in hun vertrouwde huiselijke omgeving blijven. Wij zullen dit initiatief verder ondersteunen en er een palliatieve zorgenvergoeding aan toevoegen.

 

Wij wensen het gemeentelijk onderwijs verder optimaal uit te rusten en vooral te investeren in technologieën die de leerlingen toelaten naadloos aan te sluiten bij de niet meer te stuiten informatisering van de maatschappij.

Het behoud van een gezond leefmilieu is een dagelijkse uitdaging voor bestuurders en bestuurden; milieubeleid en milieuverbetering zijn overigens een opdracht voor alle burgers. Alleen samen kan een integrale milieuproblematiek aangepakt worden.

Alhoewel het voor iedereen stilaan duidelijk begint te worden dat vervuilende productieprocessen de grenzen van het ecologisch draagbare hebben bereikt, of zelfs reeds overschreden hebben, blijft het een moeilijke opdracht deze vaststelling te doen aanvaarden.

De bereidheid ontbreekt meestal om enig comfort in te leveren ten voordele van onder meer de veiligheid van onze voedselketen en de leefbaarheid voor de toekomstige generaties.

Beleidsondersteunende maatregelen blijven daarom een noodzaak om de leefomgeving voor onszelf en voor de toekomstige generaties te beschermen. Wij verbinden er ons toe samen met de Milieuraad een beleidsplan op lange termijn uit te werken dat als leidraad zal dienen voor de dagdagelijkse uitwerking op het terrein. Bij het opstellen van dit beleidsplan zal het voorkomen van afval prioritair gesteld worden.

Teneinde een zo groot mogelijk maatschappelijk draagvlak op te bouwen zullen de inwoners geraadpleegd worden bij het opstellen van het beleidsplan en geïnformeerd worden bij de uitvoering ervan. Dit beleidsplan heeft evenwel enkel kans op slagen als er bereidheid is ook de mogelijke nadelen ervan te aanvaarden.

Een nieuwe inventaris zal worden opgemaakt van de wegen en naargelang hun staat zullen zij in verschillende categorieën worden ingedeeld (heel goede, goede, slechte en heel slechte wegen). In de mate van het mogelijke, de kostprijs speelt hier een grote rol, zullen wij herstellingen en of aanpassingen uitvoeren aan de wegen die het het meest nodig hebben.

Bij het opstellen van het Ruimtelijk Structuurplan Lennik zal rekening gehouden worden met de behoeften van de inwoners en hun activiteiten.

Het lijkt aangewezen om een gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening op te richten, gezien deze een belangrijke adviserende taak heeft bij het opstellen van het structuurplan Lennik en het afleveren van vergunningen.

 

Men kan in de gemeente een behoefte vaststellen omtrent beschikbare bouwgronden, een voetbalterrein, een atletiekpiste, een speelplein, een containerpark, een ambachtelijke zone en een culturele ruimte.

Stedenbouwkundig blijken vooral de uitbreidingsgebieden hiervoor aangewezen te zijn.

Er wordt vastgesteld dat in de gemeente minstens 18 % van de woningen niet gelegen is in een woongebied of in goedgekeurde verkavelingen; 637 woningen zijn zonevreemd.

Ondanks de zeer grote vraag naar beschikbare bouwgronden blijken er volgens de woningbehoeftenstudie in de gemeente nog ongeveer 400 potentiële bouwgronden voorhanden te zijn.

 

Teneinde de bevolking nader bij het beleid te betrekken zal:

 

Het mobiliteitsplan zal verder uitgewerkt worden, rekening houdend met de veiligheid, de leefbaarheid en na inspraak van de bevolking.

Rekening houdend met het mobiliteitsplan, de prioriteiten en de normen die daarin zullen worden vastgelegd, zullen openbare werken uitgevoerd worden om te komen tot :

 

De onzekerheid omtrent de te verwachten ontvangsten en de even grote onzekerheid betreffende de verplichte nieuwe uitgaven beletten ons nu evenwel financieel onderbouwde beleidsopties voor te stellen. Wij hopen in de loop van dit jaar meer duidelijkheid te krijgen omtrent de financiële mogelijkheden van de gemeente om bij de voorstelling van de begroting 2002 een meerjareninvesteringsplan voor te stellen.

Ten slotte wensen wij te benadrukken dat Lennik een Vlaamse gemeente is die haar eigenheid niet alleen wenst te behouden maar er ook zal naar streven alle inwoners alle kansen te geven zich volledig te integreren in de lokale gemeenschap. Zo zal de gemeente alle initiatieven nemen die het Vlaams en landelijk karakter van de gemeente aanscherpen.

 

Lennik, 2001.